30
apr

Vuile ramen zijn nu niet meer zo belangrijk! Ervaringen van onze medewerkers tijdens de coronacrisis

Bij Korian Home Care werken 213 verzorgenden van West-Vlaanderen tot in Limburg. De afgelopen weken is hun werk veranderd. Sommige verzorgenden bieden nu extra ondersteuning in een woonzorgcentrum of in de cohortzorg. Cohortzorg is zorg die gegeven wordt aan personen die besmet zijn met het COVID-19 virus. Maar niet alleen hun takenpakket is veranderd, ook de manier waarop ze dagdagelijks hun werk doen is anders.

“Bang zijn we niet”, vertelden Inge, Ellen en Nathalie me. “Ik in het begin een beetje”, aarzelt Ellen, 43 jaar en al 10 jaar werkzaam in de zorg, “bang om besmet te worden en bang om anderen te besmetten. Maar, je leert er mee werken hé”. Inge, 55 jaar en al 6 jaar bij Korian Home Care in Limburg, vertrekt nu niet anders dan anders naar haar werk. “Ik was wel mijn handen voor ik in mijn auto stap. En als ik binnen kom nog eens opnieuw handen wassen”. Wat alle verzorgenden beamen is dat ze nu nog meer aandacht hebben voor hun eigen persoonlijke hygiëne. “Wel veel meer handen wassen”, lacht Nathalie, 54 jaar en al 6 jaar verzorgende in de Rupelstreek, “tot onze handen eraf liggen”! Ze zijn er alle 4 van overtuigd dat ze deze gewoontes ook na de coronacrisis gaan blijven doen. “Ook griep is gevaarlijk, hé! Het zijn wij die ziektes binnen brengen”, zegt Nathalie. Zij is ook heel attent op het ontsmetten van deurklinken. Zij deed dat vroeger al maar nu heeft ze er nog meer aandacht voor.

Ze merken op dat hun cliënten in twee groepen kunnen onderverdeeld worden; mensen die bang zijn en mensen die helemaal niet bang zijn. Ellen ziet dat mensen in de thuiszorg er anders mee omgaan dan mensen in een woonzorgcentrum. Cliënten in de thuiszorg begrijpen soms het gevaar van besmetting minder omdat ze het niet van dichtbij meemaken. Voor mensen in een woonzorgcentrum is het veel dichterbij, zij komen het tegen in het dagdagelijkse leven. Nathalie merkt ook een verschil op tussen cliënten die enkel ouderdomsklachten hebben en zij die effectief longklachten hebben. De eerste groep is veel minder angstig. “Soms moeten wij onze cliënten sensibiliseren”, zegt Inge. “Ze doen soms dingen die niet goed zijn voor hun en onze veiligheid”. “Klopt, ik heb ook mensen in het begin moeten wijzen op de gevaren, kinderen kwamen nog altijd gewoon op de koffie”, zucht Nathalie.

Wat wel anders is, is dat we nu meer afstandelijk werken, vertellen alle 3 de verzorgenden. “Meestal gaan we lichamelijk met onze cliënten”, vertelt Inge. “Een schouderklopje, mensen hun hand een keer vastpakken, ….we doen dat niet meer. Als wij komen is hunne dag goed! Ze zien ook vaak niemand anders”. Ellen is heel bezorgd over haar cliënten. Ze merkt dat ze tegen hun grens aanlopen. Vorige week is ze met een cliënt naar de huisarts gegaan omdat deze enorme doemgedachten had. Die mevrouw krijgt nu ondersteuning van een psycholoog. Ellen probeert om goed te kijken wat haar mensen nodig hebben. “Ik bak nu regelmatig een cake of wafels met de mensen, dat is veel belangrijker dan propere ramen”. In een woonzorgcentrum worden de mensen volgens haar beter ondersteund, ze krijgen bv animatie. Zij helpt ook wekelijks 8u bij een cliënt in een woonzorgcentrum. Deze mevrouw is pas verhuist en zij is de verbinding met mevrouw haar vroegere leven. “Er is nu wel minder fysiek contact maar we babbelen nu veel meer dan anders”, grinnikt Nathalie. “Mensen krijgen geen bezoek meer en dat weegt!”

Deze 3 verhalen zijn een weerspiegeling van wat wij dagelijks zien op het werkveld. Gemotiveerde medewerkers die allemaal op hun eigen creatieve, betrokken manier zich 200% geven voor hun job!